Spraakpatholoog Eric S. Jackson kreeg het voor elkaar om stotterende proefpersonen minutenlang vloeiend te laten praten. Hoe? Door ze alleen te laten.
Vrijwel iedereen die stottert, praat vloeiend als er niemand luistert. Zodra dat isolement verbroken wordt, komen de blokkades terug: eerst in het hoofd en daarna in de spraak. Mensen die stotteren, stotteren dus niet altijd. Zelfs de ergste stotteraars kunnen uren achtereen vloeiend in zichzelf praten of vloeiend voorlezen, mits er niemand op gehoorafstand is.
Voor hun sociale omgeving is dat lastig voor te stellen. Zeker voor diegenen die wat verder af staan van degene die stottert. Maar ook wetenschappers weten er niet goed raad mee. Onderzoek na onderzoek wijzen zij op een genetische en/of neurologische component, maar ze verklaren niet waarom de beperking in sommige situaties afwezig is.
In nieuw onderzoek van New York University blijft die verklaring wederom uit. Maar daarin is het ‘praat-alleen-effect’ nu wel wetenschappelijk bewezen. Volgens hoofdonderzoeker Eric S. Jackson voor het eerst. Hij onderwierp 24 stotterende proefpersonen aan vijf situaties: een gesprek, hardop voorlezen, in je eentje spreken, herhalen wat eerder in isolement is gezegd, en een tweede gesprek. Om het ‘in je eentje spreken’ uit te lokken, kregen de deelnemers een toets die menigeen vanzelf hardop in zichzelf laat praten. Vooraf werd ook medegedeeld dat die toets gemakkelijker is als je je gedachten uitspreekt. Vervolgens werden de proefpersonen in een ruimte alleen gelaten, zich niet bewust van een videorecorder.